Een bekende uitspraak van de op het gebied van autisme even bekende expert Tony Atwood is deze: “Autisme is angst op zoek naar een prooi, angst en autisme gaan hand in hand”. Het effect dat autisme heeft op iemands vermogen om met anderen te communiceren en om de wereld om hem of haar heen te begrijpen leidt zeker tot angst- en in sommige gevallen zelfs tot paniekaanvallen.
Wanneer de routine van een autistisch kind aangepast kunnen deze angsten erger worden. Zelfs aangename aanpassingen of veranderingen zoals een schoolreisje of een bezoek aan een pretpark kunnen het gedrag van het kind negatief beïnvloeden. Dit kan leiden tot een verergering van de angstgevoelens en zelfs leiden tot agressief gedrag.
Wees als ouder of verzorger voorbereid op toekomstige veranderingen en ondersteun je kind in de voorbereiding daarop. Er is voldoende materiaal beschikbaar om je kind voor te bereiden op deze “geplande verstoringen” van zijn of haar routine. Een aantal voorbeelden van dit materiaal zijn pictogrammen, afbeeldingen en verhalen die je je kind kan laten zien/voorlezen ter voorbereiding op de verandering. Voor bijvoorbeeld een schoolreisje kan je je kind een plaatje van de bus met daarin kinderen laten zien en eventueel foto’s van de doelbestemming van het schoolreisje. Je kan je kind vertellen wat hij of zij daar kan verwachten geïllustreerd met foto’s of tekeningen.
Begin hiermee een dag of 4 voor de daadwerkelijke gebeurtenis zodat je kind zich daarop kan instellen en als de dag aanbreekt er niet helemaal door uit balans raakt. Doordat je deze voorbereiding hebt getroffen zal je kind de verandering beter begrijpen misschien zelfs in meer of mindere mate kunnen waarderen.
Niet alle aanpassingen in de routine van je kind zullen makkelijk en prettig verlopen. Vooral grote noodzakelijke veranderingen zoals verhuizen of het wisselen van een onderwijzer tijdens het lopende schooljaar kunnen behoorlijk traumatisch zijn. Probeer altijd waar mogelijk bij dit soort grote veranderingen deze in de tijd uit te spreiden. Bij voorkeur zeker niet tegelijk, je kan je indenken wat voor een effect het heeft op je kind als je zowel verhuist en daardoor je kind meteen confronteert met een andere schoolomgeving. Probeer in dit voorbeeld te verhuizen in de grote vakantie zodat het effect van de overgang naar een nieuwe school kleiner zal zijn.
Een methode om je kind te leren met veranderingen om te gaan is om eerst kleine veranderingen in te brengen die als positief zullen worden ervaren. Je kind kan vast wennen aan het idee dat veranderingen ook prettig kunnen zijn en niet alleen maar leiden tot angst en stress. De volgende stap in het proces is om je kind aan een neutrale wijziging te laten wennen om vervolgens in de laatste stap een minder prettige aanpassing te doen. Dit proces kan je kind helpen te begrijpen dat niet alle wijzigingen vervelend zijn en dat je kind hieraan kan wennen zonder dat dat gepaard hoeft te gaan met angstgevoelens.Een voorbeeld hiervan kan zijn: Stap 1 je introduceert een positieve aanpassing in de routine bijvoorbeeld 10 minuten minder tijd aan huiswerk besteden en deze 10 minuten toebedelen aan een leuke aktiviteit. Stap 2 een neutrale wijziging, kamer opruimen voor het eten i.p.v na het eten. Stap 3 een negatieve wijziging, 10 minuten televisietijd inruilen voor opruim- of huiswerktijd.
Er bestaat medicatie voor autistische kinderen die kampen met een continue gevoel van angst. Dit zijn de selectieve serotonine-heropnameremmers die de angstgevoelens onderdrukken en vooral voorgeschreven worden bij een obsessieve-compulsieve stoornis (OCD) of depressies. . Fluoxetine(Prozac), Sertraline (Zoloft) and Clomipramine (Anafranil) zijn de geneesmiddelen die vaak worden voorgeschreven bij autistische kinderen om de angstgevoelens te onderdrukken. Deze geneesmiddelen helpen om agressief gedrag en de angstgevoelens tegen te gaan maar kunnen ook negatieve bijwerkingen hebben zoals spierpijn en sufheid.
Houd er rekening mee dat iedere kind verschillend is en anders reageert op de behandeling. Medicatie zou altijd het laatste middel moeten zijn nadat alle andere opties niet hebben gewerkt. Probeer eerst zoveel mogelijk resultaat te bewerkstellingen met aanpassingen in het dieet of het bijstellen van het gedrag van je kind. Pas nadat alle natuurlijke opties niet tot het gewenste resultaat hebben geleid zou je het met medicatie kunnen proberen. Dit proces kan je samen met je arts ingaan en nauwkeurig in de gaten houden zodat uiteindelijk de laagst mogelijke dosis medicatie wordt gebruikt om de gewenste aanpassing in het gedrag te laten zien. Tevens kan dan nauwkeurig de mate van bijwerkingen gecontroleerd worden.
Voor ouders die niet meteen de chemische weg willen bewandelen zijn verschillende natuurlijke middelen verkrijgbaar.