Hieronder volgen een aantal tips die je kan gebruiken in de omgang met autisten. Onthoud omdat we als mens de neiging hebben om iedereen in hokjes te plaatsen of een label op te plakken, dat mensen met autisme ook gewoon mens zijn met al hun eigenaardigheden en leuke en minder leuke kanten.
Laat iedereen zoveel mogelijk in hun waarde en probeer je in te leven in de persoon die tegenover je staat. Weet dat die persoon zich niet of moeilijk in jou kan inleven maar dat dat zeker geen onwil is maar pure onmacht.
Geen enkel mens hetzelfde is en datzelfde geldt natuurlijk ook voor onze autistische medemens.
Er bestaat geen standaard aanpak, iedereen is anders en iedereen verdient het dan ook om als individu benaderd te worden.
Omgaan met autisme
- Mensen met autisme vinden het meestal niet prettig om aangeraakt te worden. Doe dat dan ook niet.
- Mensen met autisme proberen meestal oogcontact te vermijden. Dwing ze dus niet tot oogcontact. Kijk in plaats daarvan bijvoorbeeld naar het voorhoofd.
- Mensen met autisme nemen taal heel letterlijk. Houd daar rekening mee en probeer figuurlijk taalgebruik te vermijden.
- Stel je vragen kort en bondig
- Houdt je zinnen kort
- Probeer iets langzamer te spreken en geef je gesprekspartner de tijd om de informatie te verwerken.
- Houdt er rekening mee dat emotionele gezichtsuitdrukkingen niet als zodanig herkend of goed geinterpreteerd worden
- Blijf altijd kalm en leg de zaken goed en helder uit.
- Probeer zoveel mogelijk van te voren uit te leggen wat er gaat gebeuren, stap voor stap, chronologisch. Voor kinderen zijn hiervoor goede hulpmiddelen beschikbaar zoals pictogrammen. Toets of de informatie over wat er staat te gebeuren goed begrepen is voordat je begint met bijvoorbeeld de aktiviteit.